
Koe en kalf
Het welzijn en de gezondheid van zowel de koeien als de kalveren is erg belangrijk voor de melkveehouder. Kalveren die van bij de geboorte goed verzorgd en opgevolgd worden, groeien uit tot gezonde koeien die veel melk geven. Een goede verzorging blijft essentieel.
Koemelk: zowel voor kalfjes als voor de mens
Een koe geeft gemiddeld 25 liter melk per dag. Dat is meer melk dan haar kalf kan drinken of nodig heeft. Voor de gezondheid van de moederkoe is het bovendien belangrijk om verder gemolken te worden door de melkveehouder: dat voorkomt uierontstekingen.
De melk die overblijft, wordt al duizenden jaren geconsumeerd door de mens. Niet alleen om de koe te verlichten, maar ook omwille van de gezondheidsvoordelen van melk.
Dankzij selectie, een betere verzorging, huisvesting en voeding produceren koeien vandaag meer melk dan vroeger. Zo kan dezelfde productie aangehouden worden met minder dieren. Dat heeft een positief effect op het klimaat: de dieren hebben meer ruimte, zonder landbouwgronden te moeten uitbreiden, en de uitstoot van broeikasgassen per glas melk daalt.
Waarom worden kalf en koe apart gehuisvest?
Enkele dagen na de geboorte wordt het kalfje afzonderlijk van de moeder gehuisvest in een schoon, droog en individueel hok, of in een groep met andere kalveren. Het scheiden van koe en kalf bevordert de gezondheid van beide dieren.
Zo kan de melkveehouder erop toezien dat elk kalfje voldoende melk krijgt. Zeker de biestmelk – de eerste melk die gevormd wordt nadat de koe gekalfd heeft – is essentieel voor de kalveren omdat ze via die weg natuurlijke antistoffen binnenkrijgen van de moeder. Kalveren zijn zo minder vatbaar voor ziektes. Wetenschappelijk onderzoek van onder andere de Universiteit van Wageningen (Nederland) ondersteunt deze stelling. Door de kalfjes apart van de kudde groot te brengen, komen ze bovendien minder in contact met ziektes van de volwassen koeien. Zo worden ze minder blootgesteld aan infecties en is er minder antibioticagebruik nodig. Daarnaast kan het jonge dier al vroeg wennen aan de melkveehouder, wat de kalveren heel wat angst en stress bespaart op latere leeftijd.

Intussen kan de melkveehouder de gezondheid van de moederkoe beter monitoren en garanderen: hij maakt de uier bij elke melkbeurt volledig leeg en voorkomt zo uierontstekingen.
De melkveesector baseert zijn keuze op wetenschappelijk onderzoek dat op dit moment beschikbaar is en motiveert zijn keuze met diergezondheid en dierenwelzijn als uitgangspunt. Hoe langer je kalf en koe bij elkaar laat, hoe groter de stress en hoe groter het risico op infecties.
Meer leren over dierenwelzijn?
Herbekijk dan het VLAM-webinar rond zuivel en duurzaamheid, met ethicus Stef Aerts, onderzoekster Anneleen Watteyn en afgevaardigd bestuurder van BCZ Renaat Debergh.
“Dierenwelzijn gaat niet alleen om het gedrag en het emotionele aspect, ook diergezondheid is van belang. Je moet beide met elkaar zien te rijmen: het is een evenwichtsoefening.”
- Anneleen Watteyn, onderzoekster ILVO